Jan Achterkamp, stadsbeiaardier, bespeling carrillon Lebuinustoren

Rondom J.P. Sweelinck 6 oktober 2012
Stadsbeiaardier Jan Achterkamp bespeelt het Hemonycarillon van de Lebuïnustoren te Deventer

Programma

  1. Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) - Ballo del Granduca
  2. Albert de Klerk (1917-1998) - Sweelinck- fantasie
  3. J.P. Sweelinck - Psalm 23
  4. Jan Willem Achterkamp (geb.1953) - SWlink
  5. J.P. Sweelinck - Toccata in F
  6. Jr.Jacob van Eyck (ca. 1590-1657) - Wat zal men op den avond doen

Bewerkingen: nrs. 1 en 3 :Jan Achterkamp; nr 5: Bauke Reitsma.
Jan Achterkamp achter het carillon van de Lebuinuskerk

Toelichting

Van Sweelinck is bekend dat hij tijdens de bijeenkomsten van de Muiderkring er duchtig op los kon fantaseren op het klavecimbel. Schijnbaar moeiteloos speelde hij eens voor de vuist weg een dertigtal variaties, ”nu sus, dan so” over een bekend lied. Misschien heeft hij de Ballo ook aldus onder handen genomen, maar was hij - eenmaal thuisgekomen - de ander 25 variaties vergeten.
Ballo del Granduca was toentertijd een zeer geliefde melodie, afkomstig uit La Pellegrina van Emilio de Cavalieri: een werk dat werd uitgevoerd bij het huwelijk van Groothertog (vandaar de titel) Ferdinand van Toscane.

De Sweelinck-fantasie werd door De Klerk geschreven t.g.v. van het 700-jarig bestaan van de stad Amsterdam voor de Westertoren. De Klerk was stadsorganist van Haarlem en bespeelde in die functie het fameuze Müllerorgel in de St. Bavo.

SWlink is ook te lezen als As we link, oftewel zoals wij verbinden. Op muzikale wijze wordt Sweelinck hier in leraar-leerlinglijn verbonden met Bach, via Scheidemann en Reincken. Het stuk beleefde z’n eerste uitvoering tijdens de opening van het Reinckenfestival 2008 te Deventer in een uitvoering door de componist op de reizende beiaard van Praag. Er zijn meer composities van Jan Achterkamp gerelateerd aan Deventer, zoals z’n Missa St. Lebuini voor koor a capella en de Franken-fantasie voor beiaard. Dit jaar nog schreef hij in opdracht van de Bathmense Beeldende Kunst Kring een orgelwerk Aria per Organo dat werd opgedragen aan burgemeester Andries Heidema.

De toccata in F heeft vast wel eens geklonken tijdens orgelbespeling die Sweelinck gaf in de Oude Kerk te Amsterdam. Soms speelde hij wel twee maal per dag een uur. Dat was in die tijd zeer gebruikelijk, zoals te lezen is: ”tenminste bij den wintertijd, wanneer de luijden door onstuimigheid des lochts weijnigh mogende buijten wandelen, meest haar toevlugt na de kercke nemen en wel des middaghs ten half twaalven, wanneer in de kerck ordinaris oock veel wandelaars zijn”. Gelukkig stond er voor de kerkdeur een bord waarop werd aangegeven dat het verboden was om met paard en wagen dwars door de kerk te rijden.

1644 is een ijkjaar in de ontwikkeling van de beiaard. In dat jaar slaagden de gebroeders Hemony erin een instrument af te leveren, waarin de ideeën rond het stemmen van klokken volgens Jr. Jacob van Eyck waren toegepast. Hierdoor ontstond een perfect gestemde beiaard, waarop het mogelijk was behalve melodieën ook akkoorden te spelen. Is het toeval dat in dat zelfde jaar Van Eyck’s ”Der Fluyten Lust-hof” verscheen? Een verzameling gefigureerde dansen en psalmen voor fluit-solo of “allerley Speeltuigh”. Wordt hiermee wellicht de beiaard bedoeld? Feit is dat de gebroken samenklanken op de uitklinkende klokken prachtig tot een geheel versmelten.

Jr. Jacob van Eyck was beiaardier van de Domtoren te Utrecht. Bovendien was hij een vaardig fluitspeler die op gezette tijden van zich liet horen op het Janskerkhof te Utrecht. Net als bij Sweelinck diende zijn spel dus vaak tot verpozing.

Klokken van het carillon

Jan Achterkamp

Jan Achterkamp werd geboren te Apeldoorn.

Tot voor kort was hij verbonden aan de Deventer Muziekschool (thans Leeuwenkuil) voor de vakken solozang en muziektheorie. Als dirigent leidde hij het koor van de Broederenkerk en de Distlercantorij. Op latere leeftijd volgde hij een postconservatoriale studie compositie aan het Sweelinckconservatorium te Amsterdam bij Daan Manneke. Orgellessen volgde hij bij Bert Matter, aan wie hij zijn orgelwerk ‘Fantasia super ut, re, sol’ opdroeg. Deze was het die het werk voor de NCRV radio opnam. Behalve een vijftal werken voor orgel componeerde hij voor piano, koor en kamermuziekensemble en natuurlijk beiaard.

Al weer bijna vijftien jaar bespeelt hij als tweede organist het Holtgräve-orgel in de dorpskerk te Bathmen.

Na zijn diploma aan de Nederlandse Beiaardschool behaald te hebben is Jan Achterkamp beiaardier te Dinxperlo. Vanaf 1 september 2012 is hij, als opvolger van Roel Smit, Stadsbeiaardier van Deventer. In die hoedanigheid bespeelt hij de door hem geïnitieerde beiaard in de toren van de Dorpskerk te Bathmen en het historische Hemonycarillon in de Lebuinustoren te Deventer. Voorts is hij universiteitsbeiaardier van Nyenrode te Breukelen.

Jan Achterkamp bespeelt het carillon van kasteel Nyenrode te Breukelen
Bij de foto
Foto: Gerard Prakke.
Jan Achterkamp bespeelt hier het carillon van kasteel Nyenrode te Breukelen. Dit instrument heeft een omvang van anderhalf octaaf: iets dat in de tijd van Sweelinck gebruikelijk was.